De grootste collectie bladmuziek uit de 19de en 20ste eeuw bevindt zich in het Gentse Groot Begijnhof.
De collectie van meer dan zeventig stukken van het begijnhof Sint-Elisabeth in Sint-Amandsberg (Groot Begijnhof) omvat opvallend veel relatief jonge stukken in vergelijking met de andere begijnhofcollecties en documenteert uitvoerig het muziekleven van de begijnen tijdens de laatste twee eeuwen van hun bestaan. Dit blinkt uit in een grote variatie van strikt liturgische en andere geestelijke composities, in het Latijn en het Nederlands, en een groot aantal profane gezangen, zoals een lied over het verschil tussen nonnen en begijnen.