Het jaarlijkse congres van de IAML (International Association of Music Libraries, Archives and Documentation Centres) vond dit jaar plaats in Rome (4 tot 8 juli).
De organisatie tracht dit steeds op een bijzondere locatie te doen. Ditmaal was IAML te gast in het Auditorium Parco Della Musica dat in 2002 opende.
Het programma bestaat zoals gewoonlijk uit plenaire sessies waarvan het gastland de allereerste voormiddag op maandagochtend invult, daarnaast zijn er de gebruikelijke statutaire bijeenkomsten, en anderzijds worden de specifieke problematieken die de IAML-leden dagelijks ervaren, gebundeld in reeksen van clusters. Soms komen die overeen met de branches en de werkgroepen. Dergelijke cluster duurt gewoonlijk anderhalf uur waarbij de sprekers ook tijd moeten inbouwen voor vragen en discussie. Uiteraard is het niet mogelijk om alle lezingen te volgen, in het verslag hieronder proberen we een zo breed mogelijk beeld te geven.
Onder de cluster ‘Cross-searching for data’ kwam Andrew Hankinson (McGill University, Montréal) in zijn lezing 'Cross‐institutional music document search' met een nieuw voorstel op basis van zijn onderzoek om verschillende muziekcatalogi op elkaar af te stemmen op basis van IIIF - International Image Interoperability Framewerk. IIIF is een nieuwe standaard die recent werd ontwikkeld om op beeld gebaseerde collecties online ter beschikking te kunnen stellen. Het voordeel van deze standaard is dat de gebruikende instellingen de beelden en metadata rechtstreeks van hun webservers kunnen plukken. IIIF is nu ook geformaliseerd in een internationaal consortium. Meer info: http://iiif.io, http://simssa.ca, http://musiclibs.net.
Een tweede lezing onder deze cluster werd gegeven door André Avario, hoofd van Open Music Library van Alexander Street. Alexander Street is een te betalen databank met educatief en academisch bronnenmateriaal voor verschillende disciplines. Open Music Library is een van de deelwerkingen waar men op basis van een open netwerk digitale bronnen voor muziekstudies aanbiedt: boeken, bladmuziek, artikels en audiovisuele opnames. Een aantal nationale bibliotheken werken hieraan mee: Frankrijk, Denemarken, UK, Polen en Spanje. Meer info: www.alexanderstreet.com, www.openmusiclibrry.org.
Clori, archivio della Cantata italiana, is daarentegen een zeer specifiek zoekinstrument dat gericht is op één genre. Het is een initiatief van de Società Italiana di Musicologia dat na tien jaar dit specifieke liedgenre (17e-18e eeuw religieuze muziek) repertorieert: www.cantataitaliana.it.
Aangezien in Vlaanderen en Brussel nog heel wat interessante veldopnames van een aantal onderzoekers te vinden zijn, werd de lezing van Federica Bressan, verbonden aan de universiteit van Padua en momenteel ook aan IPEM Research Group van UGent, volgende lezing bijgewoond: 'Will you remember me? A scientific approach to the preservation of te research material of a music anthropologist in Emilia-Romangna in the 1970s and 1980s'. Deze viel onder de cluster ‘Preservation and pedagogy of sound resources’. Deze onderzoekster pleit er voor om niet aan massadigitalisering te doen bij veldopnames. In tegenstelling tot studio-opnames, bevatten de audio-opnames van veldonderzoekers soms heel wat contextuele informatie die bij massadigitalisering verloren gaat. Zij ziet de opname niet als louter informatiedrager maar ook als historisch document. Kleine inhoudelijke details zitten soms in de aantekening en titels op de dozen of bij specifieke technieken die werden gebruikt om band te sparen of de band op te winden. Voor de ontsluiting van dergelijke collecties ziet zij veeleer een medewerker die de context kent om zo inhoudelijke fouten te herkennen dan een doorwinterd catalograaf. Zij wees er eveneens op dat de IASA-standaard geen plaats heeft om dergelijke gegevens te beschrijven.
Aspecten waarmee de muziekbibliothecaris dagelijks te maken krijgt, betreffen catalogisering, classificatie en copyright. De problemen die hierbij opduiken, zijn soms zeer uiteenlopend.
Reed David (University of Alaska Anchorage) en Nurhak Tuncer (City Colleges of Chicago) deden een kleinschalig onderzoek naar publicaties onder eigen beheer (boeken, partituren, audio en video). Door de digitalisering komt dit steeds vaker voor. Dergelijke publicaties vinden ook hun weg naar de bibliotheken. Omdat het in eigen beheer gebeurt, worden hoe langer hoe minder standaarden gevolgd en catalografen moeten vaak een zoektocht ondernemen om aan de nodige gegevens te geraken, wat leidt tot vertraging en frustraties. Om de juiste gegevens te vinden, kunnen linked data helpen.
Li Kung Chi (Soochow University School of Music Library, Suzhou) lichtte in zijn bijdrage toe hoe het Chinese classificatiesysteem ongepast is voor muziekmaterialen. In 2013 kon hij startten in de nieuwe bibibliotheek. Omdat WorldCat in China geblokkeerd wordt, moest hij vanaf nul met een eigen systeem beginnen.
Phillippa McKeown‐Green (The Music and Dance Library – Te Herenga Puoru, University of Auckland) behandelde de problematiek van het copyright van succesvolle wiki-sites voor bladmuziek en de invloed van grote handelsverdragen waar die eigendomsrechten betreffen. Dit kan invloed hebben op onderzoeksmateriaal in de muziekbibliotheken omdat dit niet langer aangeboden mag worden.
Resonant kon een sessie bijwonen van de Broadcasting and Orchestra Libraries Branch. Guido Ricci, is componist, dirigent en producer voor de RAI en neemt al 20 jaar het archief en de bibliotheek van het orkest ter harte. Hij gaf een introductie over de werking ervan. Ook hier werd de rechtenproblematiek aangehaald. Men heeft zelf veel originele partituren in bezit, maar moet zich tegenover de Italiaanse auteursrechtenverenigingen constant verantwoorden.
Nadien werd een bezoek gebracht aan de collectie. Interessant om zien voor Resonant was dat de collectie van het Vlaams Radiokoor/orkest, veel groter is. Daarna gaf Annalisa Bini een rondleiding in de Bibliomediatheca van de Santa Cecilia, waar door de verschillende rechtsvoorgangers heel wat oude bronnen worden bewaard. De geschiedenis van de collectie gaat terug tot de oprichting in 1585 door paus Sixtus V.
‘New resources, search strategies, and collaborations’ bracht twee interessante getuigenissen over uiteenlopende samenwerkingsverbanden.
Hyun Kyung Chae (Ewha Womans University, Ewha Music Research Institute, Seoul) stelde de Ewha Music Database voor. De databank is ontstaan uit de bezorgdheid over de impact die de Westerse muziek heeft op de Oost-Aziatische muziek die door gebrek aan primaire bronnen in de vergetelheid dreigt te geraken. Het is een samenwerkingsverband tussen Zuid-Korea, China en Japan.
Een ander verhaal werd door Jörg Müller (Hochschule Luzern) gebracht waar door een nauwere samenwerking van de bibliotheek met het onderzoeksdepartement meerdere partijen hun voordeel uit kunnen halen. De medewerkers van de bibliotheek dienden uit hun comfortzone te stappen en bij onderzoekers groeide ook het besef dat collecties ook gevaloriseerd moeten worden. Voor het Willisau Jazz Archive dat in 2011 aan de hogeschool werd geschonken, heeft men al een mooi resultaat kunnen bereiken.
Audrey Laplante (Université de Montréal) bracht onder de cluster ‘Music research: Problems and methods’ verslag uit van een onderzoek dat zij samen met Ariane Legault-Venne uitvoerde naar de digitale ontsluitingstools van muziekbibliotheken. Een vaststelling die men deed was dat het een complex onderzoek blijft onder meer omwille van taalverschillen (vertalingen en hertalingen van titels) en de beschrijvingen van de verschillende onderdelen van een compositie. Met het onderzoek wilde men echter ook nagaan in hoeverre deze tools gebruiksvriendelijk zijn en op maat van de studenten.
Hier sloot de lezing van Laura Rinnovati (Conservatorio di musica ‘L. Marenzio’, Brescia) mooi op aan. Zij ontwikkelde voor de plaatselijke studenten een gids voor muziekonderzoek. Toch stellen we vast dat ondanks alle standaardiseringen het moeilijk blijkt om met dezelfde parameters te werken.
De derde lezing onder deze cluster bracht voor de musicologen in de zaal nieuwe inzichten. Carla Cuomo (Università degli studi di Bologna, Bologna) bracht met enthousiasme het verhaal over haar onderzoek naar de briefwisseling van Massimo Mila (musicoloog en muziekcriticus, 1910-1988) en het feit dat ze door het raadplegen van de originele archiefbronnen en niet de gepubliceerde briefwisseling, tot nieuwe inzichten kwam.
De cluster ‘National audio-visual archives’ bracht drie cases: Madrid, Thessaloniki en Rome.
Teresa Delgado Sánchez en Maria Jesus Lopez Lorenzo (Biblioteca Nacional de España, Madrid) illustreerden hoe door de depotplicht in Spanje die daar ook geldt voor audiovisuele materialen, al een mooie collectie is opgebouwd.
Het trio Sofia E. Tsopani, Dimitrios A. Adamos, Aristeidis Bazmadelis (Aristotle University of Thessaloniki) gaf op hun beurt een mooi praktijkvoorbeeld van onderzoekers die traditionele muziek ter harte nemen. 30 à 40 jaar geleden liep in Griekenland een onderzoeksproject naar traditionele muziek omdat men vaststelde dat in de verschillende regio’s de traditionele muziek, de dialecten en de instrumenten verloren gingen. Door de inzet van studenten werden bij lokale festivals ongeveer 15.000 opnames bijeengebracht. Enkele Griekse regio’s wensen dit project verder te zetten. Met de opnames die in de jaren 1960-1980 werden gedigitaliseerd en door terug te gaan naar bepaalde regio’s met de digitale kopie, kon men verschillende gemeenschappen al sensibiliseren en gaat men ook op zoek naar bijkomend erfgoed (foto’s …). Grieken die emigreerden naar de Verenigde Staten en op hun oude dag terug komen, hebben grote interesse, evenals de jongere generatie die deze tradities willen oppikken en hopen dat omzetting naar muzieknotatie hierbij kan helpen.
In deze cluster kon de gastvrouw niet ontbreken. Annalisa Bini (Accademia Nazionale di Santa Cecilia, Rome) deed eerder in de week in de branch Broadcasting and Orchestra Libraries een rondleiding. De audiovisuele archieven van de Accademia Nazzionale di Santa Cecilia werden hier nader toegelicht. De collectie bestaat uit verschillende onderdelen van zowel persoonlijke archieven als van eigen opnames. Digital born en hedendaags multimediamateriaal is echter vrij moeilijk te krijgen, laat staan te bewaren. 75% van de magnetische dragers, platen en films is gedigitaliseerd. Door een vroeger project is ook de etnomusicologische collectie digitaal beschikbaar. Als instelling is de Bibliomediateca partner in Europeana en Athena.
De cluster ‘Music digitization: Where are we, and where do we want to go?’ besprak enkele specifieke problemen bij digitalisering van muziek. Darwin Scott (Princeton University, New Jersey) trachtte een overzicht te geven van lopende initiatieven en projecten rond digitalisering. Daarbij gaf hij aan dat er de laatste jaren veel gebeurd is, maar daarom niet altijd met voldoende afstemming op elkaar. Dergelijk overzicht maken was minder evident dan het zou lijken. Dat is voor een groot stuk te wijten aan de verschillende termen die er al in omloop zijn voor ‘score’.
Audrey Laplante (École de bibliothéconomie et des sciences de l'information Université de Montréal) vertrok voor haar onderzoek 'Digitizing music scores and manuscripts in libraries: Issues and challenges' vanuit de vaststelling dat door de technologische revolutie sinds de jaren 1960 zeer veel mogelijk is geweest op vlak van de digitalisering voor onderzoek binnen de menswetenschappen. Kon dit ook voor de muziekwetenschappen? Met een reeks van 10 diepte-interviews hoopte ze een antwoord te krijgen op deze vraag. Ze stelt vast dat de moeilijkheden zich niet situeren bij het scannen, maar vooral bij het toekennen van metadata, wat voor het ontsluiten van digitale muziekbronnen zeer tijdrovend is.
De cluster ‘City treasures’ werd ingezet door Marianna Zsoldos (Bródy Sándor Public Library, Eger) die haar uit de hand gelopen hobby van het maken van foto’s/selfies met rocksterren heeft weten uit te breiden in de uitbouw van de muziekbibliotheek van Eger. Die beschikt nu over de grootste collectie populaire muziek in het noorden van Hongarije.
Het kwartet Tiziana Grande (Conservatorio di Musica “Domenico Cimarosa”, Avellino), Rosa Perrotta (Comune di Napoli – Servizio Patrimonio Artistico e Beni Culturali, Napoli), Gino Aveta (Archivio Storico della Canzone Napoletana – RAI, Napoli) bracht het verhaal van 'Preserving the cultural heritage of the Neapolitan Songs: The 'Collezione Ettore De Mura' and the ‘Archivio Storico della Canzone Napoletana’. Het onderzoek voor de Napolitaanse liederen, zou men ook graag voor andere regio’s zien.
‘TEI, MEI, FRBR, Linked Data’ verzamelde de techneuten en standaardidolen onder de IAML-gangers.
Text Encoded Initiative is een internationaal consortium dat zich sinds 1987 buigt over het ontwikkelen van richtlijnen om binnen de geesteswetenschappen digitale bestanden leesbaar te kunnen houden. Het consortium zelf draagt de naam TEI-C, TEI zelf refereert naar de richtijnen. MEI staat voor Music Encoded Initiative en wil als open-source dit ook doen op vlak van muziekwetenschappen. FRBR is dan weer een beschrijvingsstandaard voor bibliografische beschrijvingen (Functional Requirements for Bibliographic Records).
David A. Day (Brigham Young University, Provo) onderzocht in hoeverre deze modellen te gebruiken zijn om libretti en gelijksoortige documenten te indexeren en te analyseren. Er zijn wel altijd obstakels, maar ook voordelen bij het gebruik van dergelijke standaarden. Hij vraagt zich echter af of de IAML en RISM niet een rol kunnen opnemen in het harmoniseren van de standaarden en in het stimuleren/sensibiliseren voor het gebruik van authority records.
Johannes Kepper en Kristina Richts (Musikwissenschaftliches Seminar Detmold/Paderborn, Detmold) hebben in hun onderzoek getracht na te gaan in hoeverre MEI en FRBR compatibel zijn en toepasbaar op de collectie van het Court Theatre Detmold (Beethoven).
Afsluiter van deze sessie was Kimmy Szeto (City University of New York) die de mogelijkheden van het gebruik van Linked Data in muziekbibliotheken onderzoekt.