De digitalisering van het processionale uit het Turnhouts begijnhof, een van Vlaanderens erkende muzikale topstukken, is afgerond.
Vanaf 24 september is het resultaat te bekijken in het Begijnhofmuseum.
Het processionale maakt deel uit van de muziekcollectie uit het Turnhouts begijnhof die uniek is zowel qua omvang als qua diversiteit. De handschriften en drukken uit de collectie (16de tot de 20ste eeuw) zijn een uitzonderlijke bron voor de studie van muziekpraktijken in een begijnengemeenschap. De omvang van deze in situ-collectie kwam pas in 2000 aan het licht toen op de zolder van de infirmerie nog 17 muziekhandschriften en 56 drukken gevonden werden. Binnen deze collectie neemt het processionale uit ca. 1550 een bijzondere plek in als een van de oudste voorbeelden van begijnenhandschriften. Het boek verkreeg in 2008 het statuut van Vlaams topstuk.
Vorig jaar nam het Begijnhofmuseum het initiatief voor de digitalisering van dit handschrift. Deels als preservatieve maatregel, want men wil het boek zoveel mogelijk tegen licht beschermen. Hiervoor deed het museum met succes een beroep op het (tijdelijk) crowdfundingproject ‘Boekensteun’. Het vooropgestelde bedrag werd anderhalve maal binnengehaald. Het mobiele labo van de Alamire Foundation voerde de digitalisering uit. Het gedigitaliseerde boek wordt permanent in het Begijnhofmusuem getoond én verklankt; terwijl de bezoekers door het boek bladeren, horen ze simultaan de uitvoering van de genoteerde gezangen.
Op 23 september werd het gedigitaliseerde processionale voorgesteld en op 24 september organiseerde het Festival van Vlaanderen het vertelconcert ‘Onder de begijnenkap’ door Psallentes onder leiding van Hendrik Vanden Abeele. Met als rode draad De zeer schoone uren van juffrouw Symforosa begijntjen van Felix Timmermans werden onder andere gezangen uit het Turnhouts processionale gebracht.