Advies en begeleiding bij muzikaal-erfgoedzorg

 

Door de recente goedkeuring door de Vlaamse Regering van het Topstukkendecreet wordt de notie ‘topstukken’ uitgebreid.

Alle cultuurgoederen die aan de toetsingscriteria voor een topstuk ’zeldzaam en ‘onmisbaar’ voldoen, ongeacht of ze in de Topstukkenlijst werden opgenomen, vallen onder het verruimde decreet.

Tot nog toe beschermde het Topstukkendecreet enkel cultuurgoederen die in de Topstukkenlijst staan. Het nieuwe decreet verruimt de notie van ‘topstukken’ tot alle cultuurgoederen, of ze in de Topstukkenlijst staan of niet, maar wel aan de toetsingscriteria voor een topstuk (’zeldzaam en ‘onmisbaar’) beantwoorden. Bijvoorbeeld ‘topstukken’ die niet gekend waren doordat ze tot een privécollectie behoorden, konden naar het buitenland worden gebracht zonder dat de Vlaamse overheid de mogelijkheid had om ze, vanwege hun belang voor het Vlaamse erfgoed, te beschermen en eventueel te verwerven. Het aangepaste decreet maakt dit wel mogelijk.

Topstukken die wel in de lijst staan, vallen onder een bredere bescherming:

  • ze kunnen niet zonder voorafgaande toelating van de Vlaamse overheid buiten Vlaanderen gebracht worden;
  • voor fysische ingrepen op het kunstwerk is een voorafgaande toelating vereist;
  • restauraties zijn tot 80% van de kosten subsidieerbaar;
  • en de eigenaar is verplicht zorg te dragen voor het topstuk.

Voor niet in de lijst opgenomen topstukken geldt enkel de vereiste om deze niet zonder voorafgaande toestemming buiten de Vlaamse Gemeenschap te brengen. De garanties voor de eigenaar blijven ongewijzigd: als de Vlaamse overheid geen toestemming geeft om een topstuk buiten Vlaanderen te brengen, moet ze verplicht het cultuurgoed tegen de internationale marktwaarde aankopen.

Zeldzaam en onmisbaar?

Een roerend goed (of een verzameling) geldt als een topstuk als het beantwoordt aan de criteria ‘zeldzaam’ én ‘onmisbaar’ (cumulatief). De beoordeling of een cultuurgoed al dan niet beantwoordt aan de criteria komt in de eerste plaats toe aan de eigenaar. Hij/zij heeft wel de mogelijkheid om een ruling te vragen aan de Vlaamse overheid die zich uitspreekt over het feit of het cultuurgoed al niet een ‘topstuk’’ is in de lijn van het Topstukkendecreet.

'Zeldzaam’ betekent dat er weinig andere gelijke of gelijksoortige voorwerpen of verzamelingen in dezelfde staat in de Vlaamse Gemeenschap aanwezig zijn. Unieke voorwerpen of verzamelingen voldoen per definitie aan dit criterium. Bijvoorbeeld het enige gekende kunstwerk in Vlaanderen van een kunstenaar van wie het oeuvre binnen de kunstgeschiedenis een belangrijke plaats inneemt. Bijvoorbeeld het beeldhouwwerk Onze Lieve Vrouw met Kind van Michelangelo (Brugge, OLV-kerk) en het schilderij Jacopo Pesaro door paus Alexander VI aan de H. Petrus getoond door Titiaan (KMSKA). De notie ‘zeldzaamheid’ staat in verhouding tot het geheel. Zo moet – om in de kunstensector te blijven – zeldzaamheid geïnterpreteerd worden in verhouding tot het gehele oeuvre van een kunstenaar. Een werk kan binnen dit kader zeldzaam zijn qua thematiek, qua periode, qua techniek, qua artisticiteit etc. Van één kunstenaar kunnen (en moeten) dus om uiteenlopende redenen meerdere van zijn werken als topstukken gelden.

‘Onmisbaar’ betekent dat het voorwerp of de verzameling minstens een van de volgende vier eigenschappen bezit:

  1. Een bijzondere waarde voor het collectieve geheugen: het voorwerp of de verzameling is een duidelijke herinnering aan o.m. personen, instellingen, gebeurtenissen of tradities die belangrijk zijn voor de cultuur, de geschiedenis of de wetenschapsbeoefening van Vlaanderen. Bijvoorbeeld het schilderij “Het interieur van de Jezuïetenkerk, thans de Sint-Carolus-Borromeuskerk” (Antwerpen, Rubenshuis) van de 17e eeuwse schilder Willem Schubart van Ehrenberg. Het schilderij beeldt minutieus het interieur uit van de Antwerpse Jezuïetenkerk, zoals het er oorspronkelijk uitzag voordat het meubilair verloren ging in een brand in 1718. Zo staan op de achtergrond van dit schilderij meesterwerken van Van Dyck en Rubens uitgebeeld. Bijvoorbeeld het in de Universiteitsbibliotheek Gent bewaarde manuscript “Hs 16593(9): Hippoliet van Peene, de Vlaamse Leeuw”: de handgeschreven eerste versie van de tekst van ‘de Vlaamse Leeuw’ (1845). De auteur was o.m. mede-oprichter van de Minard in Gent (eerste Nederlandstalige schouwburg in België) en schreef vele toneelstukken.
  2. Een schakelfunctie: het voorwerp of de verzameling vormt een relevante schakel in een ontwikkeling die belangrijk is voor de evolutie van de kunst, de cultuurgeschiedenis, de archeologie, de geschiedenis of de wetenschapsbeoefening. Bijvoorbeeld de spinmachine “Mule-Jenny” (MIAT, Gent) is één van de zeldzame in Vlaanderen bewaarde spinmachines uit de eerste industriële revolutie.
  3. De ijkwaarde: het voorwerp of de verzameling vormt een belangrijke bijdrage in het onderzoek of de kennis van andere belangrijke voorwerpen in de kunst, de cultuur, de archeologie, de geschiedenis of de wetenschap. De ijkwaarde is een typisch wetenschappelijk criterium. Bij kunstwerken stemt de ijkwaarde bijvoorbeeld overeen met (het enige) gedateerde en/of gesigneerde kunstwerk van een meester op basis waarvan men de rest van zijn oeuvre kan toeschrijven en dateren.
  4. Een bijzondere artistieke waarde: duidt op het artistieke belang van het voorwerp of de verzameling in vergelijking met de gekende kunstproductie. Bijvoorbeeld het “Zilveren sierstel van Peter Paul Rubens: lampetkan en schotel”, vervaardigd door Theodoor Roegiers in 1635-1636 (Antwerpen, Rubenshuis, bruikleen van de Koning Boudewijnstichting) betreft een zilveren siervaatwerk van uitzonderlijke kwaliteit dat aan heeft toebehoord en in zijn nalatenschap is gebleven. Het wordt sinds 2001 als bruikleen tentoongesteld in het Rubenshuis. Wetenschappelijke, kunsthistorische kringen omschrijven dit stuk als behorend tot “het beste van het beste van het Antwerps zilver uit de zeventiende eeuw”. 

Tot slot voert het ontwerp van decreet een decretaal kader in voor de aflevering van de nodige EU-vergunningen om cultuurgoederen buiten de EU te brengen. Tot nog toe werden deze vergunningen afgeleverd in rechtstreekse toepassing van de Europese Verordening over de uitvoer van cultuurgoederen. Het ontwerp voert ook specifieke strafbepalingen in voor de overtreding van deze vergunningsplicht.

Overname van de website van Kunsten en Erfgoed: Nieuw Topstukkendecreet verruimt bescherming.

Afbeeldingen: detail uit Hans Memling, Christus met zingende en musicerende engelen, 15de eeuw, KMSKA

Submit to FacebookSubmit to Google PlusSubmit to TwitterSubmit to LinkedIn

Door de recente goedkeuring door de Vlaamse Regering van het Topstukkendecreet wordt de notie ‘topstukken’ uitgebreid.

Alle cultuurgoederen die aan de toetsingscriteria voor een topstuk ’zeldzaam en ‘onmisbaar’ voldoen, ongeacht of ze in de Topstukkenlijst werden opgenomen, vallen onder het verruimde decreet.

Tot nog toe beschermde het Topstukkendecreet enkel cultuurgoederen die in de Topstukkenlijst staan. Het nieuwe decreet verruimt de notie van ‘topstukken’ tot alle cultuurgoederen, of ze in de Topstukkenlijst staan of niet, maar wel aan de toetsingscriteria voor een topstuk (’zeldzaam en ‘onmisbaar’) beantwoorden. Bijvoorbeeld ‘topstukken’ die niet gekend waren doordat ze tot een privécollectie behoorden, konden naar het buitenland worden gebracht zonder dat de Vlaamse overheid de mogelijkheid had om ze, vanwege hun belang voor het Vlaamse erfgoed, te beschermen en eventueel te verwerven. Het aangepaste decreet maakt dit wel mogelijk.

Topstukken die wel in de lijst staan, vallen onder een bredere bescherming:

  • ze kunnen niet zonder voorafgaande toelating van de Vlaamse overheid buiten Vlaanderen gebracht worden;
  • voor fysische ingrepen op het kunstwerk is een voorafgaande toelating vereist;
  • restauraties zijn tot 80% van de kosten subsidieerbaar;
  • en de eigenaar is verplicht zorg te dragen voor het topstuk.

Voor niet in de lijst opgenomen topstukken geldt enkel de vereiste om deze niet zonder voorafgaande toestemming buiten de Vlaamse Gemeenschap te brengen. De garanties voor de eigenaar blijven ongewijzigd: als de Vlaamse overheid geen toestemming geeft om een topstuk buiten Vlaanderen te brengen, moet ze verplicht het cultuurgoed tegen de internationale marktwaarde aankopen.

Zeldzaam en onmisbaar?

Een roerend goed (of een verzameling) geldt als een topstuk als het beantwoordt aan de criteria ‘zeldzaam’ én ‘onmisbaar’ (cumulatief). De beoordeling of een cultuurgoed al dan niet beantwoordt aan de criteria komt in de eerste plaats toe aan de eigenaar. Hij/zij heeft wel de mogelijkheid om een ruling te vragen aan de Vlaamse overheid die zich uitspreekt over het feit of het cultuurgoed al niet een ‘topstuk’’ is in de lijn van het Topstukkendecreet.

'Zeldzaam’ betekent dat er weinig andere gelijke of gelijksoortige voorwerpen of verzamelingen in dezelfde staat in de Vlaamse Gemeenschap aanwezig zijn. Unieke voorwerpen of verzamelingen voldoen per definitie aan dit criterium. Bijvoorbeeld het enige gekende kunstwerk in Vlaanderen van een kunstenaar van wie het oeuvre binnen de kunstgeschiedenis een belangrijke plaats inneemt. Bijvoorbeeld het beeldhouwwerk Onze Lieve Vrouw met Kind van Michelangelo (Brugge, OLV-kerk) en het schilderij Jacopo Pesaro door paus Alexander VI aan de H. Petrus getoond door Titiaan (KMSKA). De notie ‘zeldzaamheid’ staat in verhouding tot het geheel. Zo moet – om in de kunstensector te blijven – zeldzaamheid geïnterpreteerd worden in verhouding tot het gehele oeuvre van een kunstenaar. Een werk kan binnen dit kader zeldzaam zijn qua thematiek, qua periode, qua techniek, qua artisticiteit etc. Van één kunstenaar kunnen (en moeten) dus om uiteenlopende redenen meerdere van zijn werken als topstukken gelden.

‘Onmisbaar’ betekent dat het voorwerp of de verzameling minstens een van de volgende vier eigenschappen bezit:

  1. Een bijzondere waarde voor het collectieve geheugen: het voorwerp of de verzameling is een duidelijke herinnering aan o.m. personen, instellingen, gebeurtenissen of tradities die belangrijk zijn voor de cultuur, de geschiedenis of de wetenschapsbeoefening van Vlaanderen. Bijvoorbeeld het schilderij “Het interieur van de Jezuïetenkerk, thans de Sint-Carolus-Borromeuskerk” (Antwerpen, Rubenshuis) van de 17e eeuwse schilder Willem Schubart van Ehrenberg. Het schilderij beeldt minutieus het interieur uit van de Antwerpse Jezuïetenkerk, zoals het er oorspronkelijk uitzag voordat het meubilair verloren ging in een brand in 1718. Zo staan op de achtergrond van dit schilderij meesterwerken van Van Dyck en Rubens uitgebeeld. Bijvoorbeeld het in de Universiteitsbibliotheek Gent bewaarde manuscript “Hs 16593(9): Hippoliet van Peene, de Vlaamse Leeuw”: de handgeschreven eerste versie van de tekst van ‘de Vlaamse Leeuw’ (1845). De auteur was o.m. mede-oprichter van de Minard in Gent (eerste Nederlandstalige schouwburg in België) en schreef vele toneelstukken.
  2. Een schakelfunctie: het voorwerp of de verzameling vormt een relevante schakel in een ontwikkeling die belangrijk is voor de evolutie van de kunst, de cultuurgeschiedenis, de archeologie, de geschiedenis of de wetenschapsbeoefening. Bijvoorbeeld de spinmachine “Mule-Jenny” (MIAT, Gent) is één van de zeldzame in Vlaanderen bewaarde spinmachines uit de eerste industriële revolutie.
  3. De ijkwaarde: het voorwerp of de verzameling vormt een belangrijke bijdrage in het onderzoek of de kennis van andere belangrijke voorwerpen in de kunst, de cultuur, de archeologie, de geschiedenis of de wetenschap. De ijkwaarde is een typisch wetenschappelijk criterium. Bij kunstwerken stemt de ijkwaarde bijvoorbeeld overeen met (het enige) gedateerde en/of gesigneerde kunstwerk van een meester op basis waarvan men de rest van zijn oeuvre kan toeschrijven en dateren.
  4. Een bijzondere artistieke waarde: duidt op het artistieke belang van het voorwerp of de verzameling in vergelijking met de gekende kunstproductie. Bijvoorbeeld het “Zilveren sierstel van Peter Paul Rubens: lampetkan en schotel”, vervaardigd door Theodoor Roegiers in 1635-1636 (Antwerpen, Rubenshuis, bruikleen van de Koning Boudewijnstichting) betreft een zilveren siervaatwerk van uitzonderlijke kwaliteit dat aan heeft toebehoord en in zijn nalatenschap is gebleven. Het wordt sinds 2001 als bruikleen tentoongesteld in het Rubenshuis. Wetenschappelijke, kunsthistorische kringen omschrijven dit stuk als behorend tot “het beste van het beste van het Antwerps zilver uit de zeventiende eeuw”. 

Tot slot voert het ontwerp van decreet een decretaal kader in voor de aflevering van de nodige EU-vergunningen om cultuurgoederen buiten de EU te brengen. Tot nog toe werden deze vergunningen afgeleverd in rechtstreekse toepassing van de Europese Verordening over de uitvoer van cultuurgoederen. Het ontwerp voert ook specifieke strafbepalingen in voor de overtreding van deze vergunningsplicht.

Overname van de website van Kunsten en Erfgoed: Nieuw Topstukkendecreet verruimt bescherming.

Afbeeldingen: detail uit Hans Memling, Christus met zingende en musicerende engelen, 15de eeuw, KMSKA

Submit to FacebookSubmit to Google PlusSubmit to TwitterSubmit to LinkedIn