Opruimen loont! Muziek van Edward Elgar kwam boven water in een torenkamer.
En tijdens catalogiseringsprojecten van RISM werd werk van Mozart en Johann Christoph Friedrich Bach gevonden.
Mozart
Eind maart deed musicologe Hildegard Herrmann-Schneider tijdens haar werkzaamheden voor RISM een bijzondere ontdekking: in een verzamelhandschrift uit 1780 bleek een authentieke onbekende compositie van de jonge Mozart te staan. Het handschrift, afkomstig uit een privécollectie in de Lechvallei (Tirol), werd in 2011 aangekocht door het Museum Gruenes Haus in Reutte (Tirol).
Het handschrift van zo’n 160 pagina’s draagt het opschrift “Sterzing 1780”. Een zekere Johannes Reiserer uit Sterzing (Zuid-Tirol) stelde het wellicht samen gedurende zijn verblijf in Salzburg, waar hij aan het Universitätsgymnasium studeerde en tussen zijn dertiende en vijftiende ook koorknaap was. In het boek staan 130 composities van componisten uit de regio’s rond Salzburg en Wenen, Noord-Italië, Tirol en Beieren. Het aantal unica is ongewoon groot.
De bundel bevat naast enkele werken van Leopold Mozart (“Signore Mozart”) één compositie ‘van de jonge Mozart’ (“del Signore giovane Wolfgango Mozart”). Deze komt niet voor in de Köchel Verzeichnis, de standaardcatalogus van Mozarts werken. Uit onderzoek is inmiddels gebleken dat de compositie, een Allegro molto in do groot, authentiek is. Ook Leopold gebruikte immers de vorm ‘Wolfgango’ wel vaker bij composities van zijn zoon. Mozart componeerde dit Allegro molto voor klavichord vermoedelijk op zijn elfde, rond 1767. Het was wellicht één van zijn vroegste pogingen om een sonatevorm te componeren. Op het internet is inmiddels een moderne transcriptie van het werkje beschikbaar.
Bach
In datzelfde jaar, 1780, componeerde Johann Christoph Friedrich Bach (1732-1791), de op één na jongste zoon van Johann Sebastian, een zevenstrofig lied voor sopraan en klavecimbel naar aanleiding van het huwelijk van Juliane van Hessen-Philippsthal met Filips II van Schaumburg-Lippe in 1780. Juliane was Bachs werkgeefster en muziekstudente. Het gelegenheidswerkje, Der Landesmutter holder Blick, werd ontdekt tijdens catalogiseringswerken in het Hessische Musikarchiv van de Philipps-Universität in Marburg. Uit vergelijkend onderzoek aan het Bacharchiv in Leipzig bleek dat het niet om een autograaf kan gaan: de partituur is een netjes uitgeschreven kopie, die wellicht werd gemaakt voor documentatiedoeleinden.
Elgar
Gedurende diezelfde februariweek dook ook in Engeland een gelegenheidscompositie op. Tijdens opruimwerken werden in Loughborough (tussen Nottingham en Leicester) verschillende brieven, een filmopname en een partituur van Edward Elgar (1857-1932) gevonden. De partituur is de autograaf van Elgars Memorial Chime voor beiaard dat ook bekend is in een transcriptie voor orgel (als Loughborough Memorial Chimes). Het oorspronkelijke stuk werd gecreëerd op 22 juli 1923 bij de opening van een Carillon Tower in het Queen’s Park van de stad, een gedenkmonument voor slechtoffers van de Eerste Wereldoorlog. De film bevat wellicht beeldopnamen van de opening van de toren en misschien zelfs van de eerste uitvoering van Memorial Chime; momenteel wordt nagegaan of de film gerestaureerd kan worden.