De bibliotheek van de Katholieke Universiteit Leuven bezit een aantal prachtige muziekdrukken van oud-stadsgenoot Petrus Phalesius.
Twee daarvan, samengebracht in één volume, kregen in 2007 het statuut van Vlaams topstuk.
Peeter Van der Phaliesen (° tussen 1501/05 - † ca. 1573/74), vooral gekend als Petrus Phalesius, was tijdens de zestiende eeuw één van de belangrijkste muziekdrukkers en -uitgevers in de Lage Landen. Hoewel hij zich pas vanaf 1552 middels een octrooi als zelfstandig drukker in Leuven vestigde, was hij voordien ook al actief als boekhandelaar en uitgever. Zijn eerste muziekuitgave, een luitboek, dateert uit 1545. In de drie decennia die daarop volgden, zouden naast een aantal literaire en wetenschappelijke werken, zoals Gemma Frisius’ De radio Astronomico & Geometrico liber, in totaal zo’n 180 muziekdrukken door zijn toedoen verschijnen. Daarin komt een verscheiden repertoire aan bod, zowel naar inhoud (profane en religieuze muziek, zowel instrumentaal als vocaal, al dan niet meerstemmig) als naar herkomst (van binnen- en buitenlandse componisten, zowel grote internationale beroemdheden als meer lokale componisten). Zijn uitgaven vonden een ruime regionale en internationale verspreiding, onder meer omdat Phalesius partnerships aanging met boekhandelaars in andere steden. Zijn samenwerking met Johannes Bellerus bijvoorbeeld verleende hem via de metropool Antwerpen rechtstreekse toegang tot de wereld.
Het convoluut dat in de Leuvense Universiteitsbibliotheek wordt bewaard en door de Vlaamse overheid erkend werd als topstuk, bundelt twee muziekdrukken van Phalesius. De oudste druk, die dateert van 1563, is volledig gewijd aan de Spaanse componist Francisco Guerrero. Onder de titel Canticum beatae Mariae quod magnificat nuncupatur, per octo Musicae modos variatum bundelt dit koorboek acht magnificats van zijn hand. Guerrero, die zijn opleiding genoot bij Cristóbal de Morales, was kapelmeester aan de kathedralen van Jaén en Sevilla en één van de belangrijkste Spaanse renaissancecomponisten. Dat Guerrero Phalesius koos om deze verzameling als eerste uit te geven, wijst op de goede naam die hij internationaal verworven had. Het tweede koorboek, daterend uit 1570, is samengesteld uit miscomposities van Orlandus Lassus (3), Jacobus Clemens non Papa (4), Thomas Crecquillon (2) en Gerardus van Turnhout (1). Onder de titel Praestantissimorum divinae musices auctorum missae decem verenigt het zo tien pareltjes van toonaangevende Franco-Vlaamse polyfonisten. Ook met een aantal missen uit dit koorboek zorgde Phalesius voor een primeur. Met zijn 192 folio’s is dit bovendien het meest lijvige, en tevens het laatste koorboek dat Phalesius drukte. Deze twee drukken, die in uitstekende staat bewaard bleven, behoren in typografisch opzicht tot het beste werk van Phalesius. Hoewel het geen unica betreft, zijn het omwille van hun inhoud en vorm topstukken van wereldformaat. Christoffel Plantijn had het bij het rechte eind toen hij Phalesius huldigde als een ‘expert en l’art d’imprimer musique’!