De familie De Hovre was zowat anderhalve eeuw actief als organist en componist in Nederbrakel en omstreken.
Verschillende leden van de familie componeerden ook waardoor in het bestand interessante handschriften te vinden zijn. Het familiearchief van de familie De Hovre is bewaard gebleven dankzij een zoon van Henri De Hovre en de hulp van een kleindochter.
Het verhaal van de familie De Hovre is reeds eerder beschreven, onder meer dankzij het werk van Flavie Roquet in 2007. In het Lexicon Vlaamse componisten geboren na 1800 beschrijft zij de verschillende generaties en de leden van de familie. In het begin van de 19de eeuw wordt François-Joseph (II) De Hovre uit Flobecq/Vloesberg organist en koster in Nederbrakel. Zijn zonen, kleinzonen en nazaten worden kosters-organisten, componisten, leraars muziek, conservatoriumdocent of directeur in Nederbrakel, Oudenaarde, Ronse, Welden, Gent, Lokeren en Antwerpen.
Dankzij E.H. Frans De Hovre uit Deinze die het nalatenschap van zijn vader Henri bewaarde, zijn zus Godelieve die een inventaris van de muziekcollectie van haar vader maakte en ook dankzij de betrokkenheid van een kleindochter bleef een mooi bestand bewaard. De muziekcollectie van Henri is vrij uitgebreid en bestaat uit gedrukte orgel- en klaviermuziek, alsook een groot aantal liederen. Daarnaast bewaarde Henri een belangrijk deel van wat door oudere familieleden was gecomponeerd, overgeschreven of wat over of van hen was gepubliceerd. Het familiearchief bevat documenten van acht familieleden, maar niet alle stukken zijn archiefstukken. Zo werden ook een collectie boeken van kanunnik Frans De Hovre, een belangrijk pedagoog, bewaard. De laatste bewaarder, de eerstgenoemde priester Frans De Hovre, ordende het archief op basis van de verschillende vormers, voor zover dit mogelijk was.
De oudste documenten uit het familiearchief zijn niet de minste. François-Joseph (II) zelf verzamelde heel wat muziek die hij zelf componeerde of overschreef. Het oudste schrift bevat enkele data waaruit blijkt dat het handschrift rond 1786-1787 in Flobecq werd samengesteld, dus wellicht door de vader van François-Jospeh, die dezelfde naam droeg. Al deze handschriften bevatten muziek van andere componisten, zoals Johann Schobert, Étienne-Nicolas Méhul, Pierre Verheyen, Stas (Ferdinand Staes?), Bernard Viguerie. Identificatie van al deze muziek moet echter nog gebeuren. In één van de handschriften duikt ook de naam de zoon van François-Joseph op: Jean-Baptiste. Deze was net als zijn vader organist in Nederbrakel en componeerde ook muziek. Handschriften en drukken van zijn werken zijn in het archief bewaard gebleven. Meerdere missen (waaronder een requiem in gregoriaanse stijl) vormen een belangrijk aandeel in zijn oeuvre, aangevuld met klavierwerken, zoals het Alleluia van Braeckel, Galop of Variations sur un thème Suisse.
De handschriften die daarop volgen zijn van latere datum. Enkele componisten/organisten van de familie zijn wel vertegenwoordigd in muziekdrukken. Een belangrijk deel handschriften is aanwezig van Octaaf De Hovre, actief in Oudenaarde. Van hem worden zowel enkele drukken bewaard, als een mooi bestand aan handschriften van missen, klaviermuziek, motetten en liederen (vooral op teksten van René De Clercq). Het is diens broer, Henri De Hovre, die ook organist was in Nederbrakel, die uiteindelijk heel wat van de familiestukken thuis bewaarde. Al zijn er verhalen over het feit dat er veel werd uitgeleend en niet meer terugkwam. De stempels die op alle stukken staan, bevestigen een noodzaak tot eigendomsmarkering. Ook werd een documentatiemap aangelegd over een andere broer, Kamiel De Hovre, een bekend missionaris van de Oblaten van de Onbevlekte Maagd Maria en werkzaam in Zuid-Afrika.
De laatste De Hovre die over het familiearchief waakte, is Frans De Hovre. Hij en zijn zus zorgden voor het bestand en ordenden het volgens familielid. Een nicht werd op het hart gedrukt om er voor te zorgen dat het bestand bewaard bleef, waar Resonant nu voor zorgt in samenspraak met lokale bewaarinstellingen.