Advies en begeleiding bij muzikaal-erfgoedzorg

 

De bibliotheek van de Katholieke Universiteit Leuven bewaart een prachtig huldealbum ter ere van Maximiliaan van Oostenrijk en aartshertog Karel.

Vooral omwille van zijn grote artistieke waarde en zijn bijzondere waarde voor het collectieve geheugen verwierf het album in 2007 terecht het statuut van Vlaams topstuk.

Van dit huldeboek, dat gekend is onder de naam Unio pro conservatione rei publice en dat dateert uit 1515, hebben slechts vier exemplaren de tand des tijds overleefd. Naast het Leuvense exemplaar, is de druk ook te vinden in bibliotheken in Londen, Hamburg en Sevilla. Vanuit artistiek oogpunt is het huldeboek een juweeltje omwille van de vier fraaie houtsneden die er in opgenomen zijn. Zij tonen tweemaal keizer Maximiliaan, gezeten op een troon en te paard, omringd door militairen, de jonge aartshertog Karel en een zicht op Antwerpen. Verder bevat de druk twee vierstemmige staatsmotetten ter ere van de keizer en zijn kleinzoon en een aantal teksten die de keizerlijke macht moesten legitimeren en verheerlijken. Ook de muziek werd gedrukt door middel van houtsneden: een belastende en tijdrovende taak die veel deskundigheid veronderstelde van de drukker. De twee motetten zijn van de hand van Benedictus de Opitiis, die van 1512 tot 1516 actief was in de Onze-Lieve-Vrouwekerk als organist in de Onze-Lieve-Vrouwe-Lofkapel. Deze werken – Sub tuum presidium en Summe laudis o Maria – zijn de enige composities die van de Opitiis bewaard gebleven zijn.

De druk vermeldt dat de componist de beide werken al in 1508 schreef. Dat jaar verbleef Maximiliaan van Oostenrijk geregeld in de Nederlanden. Vergezeld van zijn kleinzoon bezocht hij onder meer Antwerpen, waar de inwoners hen met veel luister onthaalden. Allicht werden de motetten voor het eerst uitgevoerd tijdens de festiviteiten die dit evenement omkaderden. Zeven jaar later (1515) gaf de Antwerpse drukker Jan de Gheet de composities uit. Aanleiding hiervoor was Karels Blijde Intrede te Antwerpen in februari van dat jaar, kort nadat hij officieel meerderjarig was verklaard. Ter gelegenheid van dit bezoek zwoeren Karel en de stadsmagistraten de wederzijdse eden van trouw. Vermoedelijk werden de Opitiis’ motetten tijdens dit tweede verblijf van de jonge vorst in Antwerpen opnieuw uitgevoerd. De duidelijke band met deze plechtigheden maken de Gheets Unio pro conservatione rei publice ook tot een opmerkelijk historisch document.

Meer lezen:

WOUTERS, A. en E. SCHREURS, 'Het bezoek van keizer Maximiliaan en de Blijde Intrede van aartshertog Karel (Antwerpen, 1508-1515)'. In: Musica Antiqua, 12 (1995) 2, p. 100-110.

SCHREURS, E., 'Het ceremonieel gebruik van staatsmotetten'. In: Een muziekgeschiedenis der Nederlanden, L.P. GRIJP (red.), Amsterdam: Amsterdam University Press, 2001, p. 94-100.

Submit to FacebookSubmit to Google PlusSubmit to TwitterSubmit to LinkedIn

De bibliotheek van de Katholieke Universiteit Leuven bewaart een prachtig huldealbum ter ere van Maximiliaan van Oostenrijk en aartshertog Karel.

Vooral omwille van zijn grote artistieke waarde en zijn bijzondere waarde voor het collectieve geheugen verwierf het album in 2007 terecht het statuut van Vlaams topstuk.

Van dit huldeboek, dat gekend is onder de naam Unio pro conservatione rei publice en dat dateert uit 1515, hebben slechts vier exemplaren de tand des tijds overleefd. Naast het Leuvense exemplaar, is de druk ook te vinden in bibliotheken in Londen, Hamburg en Sevilla. Vanuit artistiek oogpunt is het huldeboek een juweeltje omwille van de vier fraaie houtsneden die er in opgenomen zijn. Zij tonen tweemaal keizer Maximiliaan, gezeten op een troon en te paard, omringd door militairen, de jonge aartshertog Karel en een zicht op Antwerpen. Verder bevat de druk twee vierstemmige staatsmotetten ter ere van de keizer en zijn kleinzoon en een aantal teksten die de keizerlijke macht moesten legitimeren en verheerlijken. Ook de muziek werd gedrukt door middel van houtsneden: een belastende en tijdrovende taak die veel deskundigheid veronderstelde van de drukker. De twee motetten zijn van de hand van Benedictus de Opitiis, die van 1512 tot 1516 actief was in de Onze-Lieve-Vrouwekerk als organist in de Onze-Lieve-Vrouwe-Lofkapel. Deze werken – Sub tuum presidium en Summe laudis o Maria – zijn de enige composities die van de Opitiis bewaard gebleven zijn.

De druk vermeldt dat de componist de beide werken al in 1508 schreef. Dat jaar verbleef Maximiliaan van Oostenrijk geregeld in de Nederlanden. Vergezeld van zijn kleinzoon bezocht hij onder meer Antwerpen, waar de inwoners hen met veel luister onthaalden. Allicht werden de motetten voor het eerst uitgevoerd tijdens de festiviteiten die dit evenement omkaderden. Zeven jaar later (1515) gaf de Antwerpse drukker Jan de Gheet de composities uit. Aanleiding hiervoor was Karels Blijde Intrede te Antwerpen in februari van dat jaar, kort nadat hij officieel meerderjarig was verklaard. Ter gelegenheid van dit bezoek zwoeren Karel en de stadsmagistraten de wederzijdse eden van trouw. Vermoedelijk werden de Opitiis’ motetten tijdens dit tweede verblijf van de jonge vorst in Antwerpen opnieuw uitgevoerd. De duidelijke band met deze plechtigheden maken de Gheets Unio pro conservatione rei publice ook tot een opmerkelijk historisch document.

Meer lezen:

WOUTERS, A. en E. SCHREURS, 'Het bezoek van keizer Maximiliaan en de Blijde Intrede van aartshertog Karel (Antwerpen, 1508-1515)'. In: Musica Antiqua, 12 (1995) 2, p. 100-110.

SCHREURS, E., 'Het ceremonieel gebruik van staatsmotetten'. In: Een muziekgeschiedenis der Nederlanden, L.P. GRIJP (red.), Amsterdam: Amsterdam University Press, 2001, p. 94-100.

Submit to FacebookSubmit to Google PlusSubmit to TwitterSubmit to LinkedIn