Advies en begeleiding bij muzikaal-erfgoedzorg

 

Vrijdag 28 augustus, in de Sint-Baafskathedraal te Gent, weerklinkt voor het eerst sinds anderhalve eeuw de muziek van Pieter Emmanuel Verheyen.

De halve eeuw die het ontstaan van de Belgische staat voorafging was voor onze muziekgeschiedenis zeker niet de meest ophefmakende periode. Politieke en economische omstandigheden stonden nu eenmaal haaks op de voorwaarden voor culturele bloei: escalerende onlusten over de hervormingen van Jozef II, Brabantse omwenteling, bezetting door revolutionair Frankrijk, moeizame inlijving bij het Koninkrijk der Nederlanden … Toch heeft de wijze waarop men lange tijd ons patrimonium pleegde in te schatten (in de regel afgewogen tegenover grootse, invloedrijke fenomenen, genre “Vlaamse polyfonisten”, Rubens, Benoit…) heel wat figuren en ontwikkelingen genegeerd, die wij op heden geneigd zijn met een ander oor te beluisteren. Dit is zeker het geval met Pieter (Pierre/Petrus) Verheyen.

Korte biografie

Te Gent geboren op 15 januari 747, als zoon van een zanger aan de Sint-Baafskathedraal, bleek ook hij over een mooie stem te beschikken. Hij was kathedraaltenor te Brugge, later te Gent, en vertolkte operarollen bij het reizende gezelschap van Jacob Neyts (“De Vlaemsche Opera”) en bij dat van Ignaz Vitzthumb. Deze laatste, en ook Francesco Krafft, kapelmeester aan de Gentse St-Baafskathedraal, zouden hem raad hebben verstrekt bij het componeren, maar op dat gebied kan hij best als autodidact worden beschouwd. Hij was ook korte tijd zangmeester aan de Sint-Veerlekerk te Gent en orkestleider te Maastricht. Een behoorlijke permanente aanstelling is er voor Verheyen niet gekomen. Zijn composities vonden weliswaar snel waardering - van de 17e Gentse bisschop mocht hij zelfs de titel voeren van compositeur ordinaire de S.A. Mgr. De Lobkowitz - maar materieel gewin verwierf hij er nauwelijks mee. Sommige van zijn werken werden in Brugge uitgevoerd (o.a. een Te Deum ter gelegenheid van de inwijding van de Sint-Salvatorkathedraal) maar buiten zijn thuisstad bleef zijn muziek grotendeels onbekend. Ongunstige omstandigheden onder het Franse regime? Te grote bescheidenheid?

In 1808 was Verheyen een medestichter van de Gentse Société Royale des Beaux-Arts et de Littérature, en van de in 1812 opgerichte afdeling voor muziek mocht hij zich adjunct-directeur noemen (directeur was P. J. De Volder). Het was diezelfde vereniging die met een jaargeld uiteindelijk zijn grootste noden heeft gelenigd. Tevens zorgde ze voor een aantal waardevolle blijken van eerbetoon. Zo kreeg hij in 1809 de opdracht tot het componeren van een requiemmis voor een luisterrijke dienst op 9 april 1810 in de Sint-Niklaaskerk ter herdenking van de dood van Haydn. In 1816b werd er een compositiewedstrijd uitgeschreven op een gelauwerde cantatetekst van Ph. Lesbroussart (La Journée de Waterloo). Verheyen wint de wedstrijd en mag zich verheugen in een overweldigende hulde. Verheyen overleed te Gent op 11 januari 1819. In 1840 werd hem postuum eer bewezen door zijn naam aan te brengen op het plafond van de spektakelzaal van het nieuwe Gentse operagebouw. Oeuvre Zijn werken omvatten

- gelegenheidsmuziek (vóór en tijdens Frans regime)

- arietta’s toneelmuziek, pantomimes en drie opera’s (w.o. één, De Jagtparty van Hendrik IV, op Vlaamse tekst!)

- meer dan 50 romances

- klaviermuziek

- kerkmuziek: missen, psalmen, hymnes, Te Deums (meestal koor, soli, orkest); elevationes (solo’s, duo’s, trio’s met orgel of klein orkest)

- oratorium La mort de Jésus Christ (onvolledig manuscript)

- cantate voor tenor solo en orkest : La Journée de Waterloo

Tijdens zijn leven verschenen enkel vier romances in druk. De uitgeverij Ut Orpheus (Bologna) publiceerde in 1998 zeven klavierwerken. Al de rest bleef tot voor kort manuscript. Opvallend is het aanzienlijk aantal religieuze werken die Verheyen schreef vanaf 1801- het jaar van het concordaat tussen Napoleon en paus Pius VII, waarin de kerkgebouwen in hun vroegere functie werden hersteld. Het is repertoire dat in Gentse kerken decennialang standhield. Van deze latere productie is - in tegenstelling tot het vroeger gecomponeerde - heel wat bewaard, onder meer in de bibliotheek van de UGent en in kerkarchieven zoals dat van Sint-Baafs en Sint-Niklaas.

Appreciatie

Het moet gezegd dat het onderzoek naar deze manuscripten mij een heel authentiek talent openbaarde, dat van een vlot, trefzeker en vindingrijk componist. Twee kwaliteiten die me meteen verrasten waren zijn vertrouwdheid met de mogelijkheden van het orkest en, naarmate volledige werken in beeld kwamen (vaak met een duur van 30 minuten), de typisch dramatische dimensie die al zijn vocale werken typeert - daarmee samenhangend ook het vermogen om lange passages boeiend uit te werken. Dit dramatisch instinct (dat ons het verlies van zijn opera’s doet betreuren) is meteen een prima tegenwicht voor de beperkingen van het classicistisch idioom. Voeg daarbij briljante solo-aria’s en effectvol koorwerk, in een uitdrukkingspalet van sprankelende feestvreugde, over pastorale charme naar duistere en gekwelde stemmingen, waarin hij trouwens vaak van harmonische inventiviteit getuigt. Ook in de interpretatie van godsdienstige teksten is hij eerder uitzonderlijk voor zijn tijd: overal bewaart hij het perfecte evenwicht tussen dramatische benadering en religieuze beleving.

Verschillende musicologen opperden in de 19e en de 20e eeuw al de wenselijkheid van een grondig onderzoek naar deze figuur. Misschien wordt Verheyen wel dé verrassing van dit Haydnjaar?

Vrijdag 28 augustus, in de Sint-Baafskathedraal te Gent, weerklinkt voor het eerst sinds anderhalve eeuw opnieuw zijn muziek. Het voor de gelegenheid geformeerde koor en orkest De Restauratie (historische instrumenten – concertmeester: Paul Klinck), met solisten Hilde Coppé, Sophie da Costa Cabral, Inez Carsauw, Enrico Casari, Yu-Hsiang Hsieh brengt van Pieter Emmanuel Verheyen een selectie van vijf religieuze werken, opgespoord, uitgegeven en geleid door Guido De Bruyker:

Te Deum, Messe à grand orchestre(Kyrie&Gloria), Laudate Pueri, Miserere en Lux Aeterna (uittreksel uit het Requiem ter nagedachtenis aan Haydn).  Aansluitend volgt een cd-opname, waarvan de release wordt verwacht in november.

 

Guido De Bruyker

Gent, Sint-Baafskathedraal, vrijdag 28 augustus 2009, om 20.15 u.

Hilde Coppé - sopraan

Sophie da Costa Cabral - sopraan

Inez Carsauw - alt

Erico Casari - tenor

Yu-Hsiang Hsieh - bas

Koor en orkest De Restauratie (historische instrumenten) o.l.v. Guido De Bruyker

Kaarten: € 13 (kassa: € 15) & € 10 (stud., 60+) – 18 j.: gratis

www.uitbureau.be

tel. 09/233.77.88

Submit to FacebookSubmit to Google PlusSubmit to TwitterSubmit to LinkedIn

Vrijdag 28 augustus, in de Sint-Baafskathedraal te Gent, weerklinkt voor het eerst sinds anderhalve eeuw de muziek van Pieter Emmanuel Verheyen.

De halve eeuw die het ontstaan van de Belgische staat voorafging was voor onze muziekgeschiedenis zeker niet de meest ophefmakende periode. Politieke en economische omstandigheden stonden nu eenmaal haaks op de voorwaarden voor culturele bloei: escalerende onlusten over de hervormingen van Jozef II, Brabantse omwenteling, bezetting door revolutionair Frankrijk, moeizame inlijving bij het Koninkrijk der Nederlanden … Toch heeft de wijze waarop men lange tijd ons patrimonium pleegde in te schatten (in de regel afgewogen tegenover grootse, invloedrijke fenomenen, genre “Vlaamse polyfonisten”, Rubens, Benoit…) heel wat figuren en ontwikkelingen genegeerd, die wij op heden geneigd zijn met een ander oor te beluisteren. Dit is zeker het geval met Pieter (Pierre/Petrus) Verheyen.

Korte biografie

Te Gent geboren op 15 januari 747, als zoon van een zanger aan de Sint-Baafskathedraal, bleek ook hij over een mooie stem te beschikken. Hij was kathedraaltenor te Brugge, later te Gent, en vertolkte operarollen bij het reizende gezelschap van Jacob Neyts (“De Vlaemsche Opera”) en bij dat van Ignaz Vitzthumb. Deze laatste, en ook Francesco Krafft, kapelmeester aan de Gentse St-Baafskathedraal, zouden hem raad hebben verstrekt bij het componeren, maar op dat gebied kan hij best als autodidact worden beschouwd. Hij was ook korte tijd zangmeester aan de Sint-Veerlekerk te Gent en orkestleider te Maastricht. Een behoorlijke permanente aanstelling is er voor Verheyen niet gekomen. Zijn composities vonden weliswaar snel waardering - van de 17e Gentse bisschop mocht hij zelfs de titel voeren van compositeur ordinaire de S.A. Mgr. De Lobkowitz - maar materieel gewin verwierf hij er nauwelijks mee. Sommige van zijn werken werden in Brugge uitgevoerd (o.a. een Te Deum ter gelegenheid van de inwijding van de Sint-Salvatorkathedraal) maar buiten zijn thuisstad bleef zijn muziek grotendeels onbekend. Ongunstige omstandigheden onder het Franse regime? Te grote bescheidenheid?

In 1808 was Verheyen een medestichter van de Gentse Société Royale des Beaux-Arts et de Littérature, en van de in 1812 opgerichte afdeling voor muziek mocht hij zich adjunct-directeur noemen (directeur was P. J. De Volder). Het was diezelfde vereniging die met een jaargeld uiteindelijk zijn grootste noden heeft gelenigd. Tevens zorgde ze voor een aantal waardevolle blijken van eerbetoon. Zo kreeg hij in 1809 de opdracht tot het componeren van een requiemmis voor een luisterrijke dienst op 9 april 1810 in de Sint-Niklaaskerk ter herdenking van de dood van Haydn. In 1816b werd er een compositiewedstrijd uitgeschreven op een gelauwerde cantatetekst van Ph. Lesbroussart (La Journée de Waterloo). Verheyen wint de wedstrijd en mag zich verheugen in een overweldigende hulde. Verheyen overleed te Gent op 11 januari 1819. In 1840 werd hem postuum eer bewezen door zijn naam aan te brengen op het plafond van de spektakelzaal van het nieuwe Gentse operagebouw. Oeuvre Zijn werken omvatten

- gelegenheidsmuziek (vóór en tijdens Frans regime)

- arietta’s toneelmuziek, pantomimes en drie opera’s (w.o. één, De Jagtparty van Hendrik IV, op Vlaamse tekst!)

- meer dan 50 romances

- klaviermuziek

- kerkmuziek: missen, psalmen, hymnes, Te Deums (meestal koor, soli, orkest); elevationes (solo’s, duo’s, trio’s met orgel of klein orkest)

- oratorium La mort de Jésus Christ (onvolledig manuscript)

- cantate voor tenor solo en orkest : La Journée de Waterloo

Tijdens zijn leven verschenen enkel vier romances in druk. De uitgeverij Ut Orpheus (Bologna) publiceerde in 1998 zeven klavierwerken. Al de rest bleef tot voor kort manuscript. Opvallend is het aanzienlijk aantal religieuze werken die Verheyen schreef vanaf 1801- het jaar van het concordaat tussen Napoleon en paus Pius VII, waarin de kerkgebouwen in hun vroegere functie werden hersteld. Het is repertoire dat in Gentse kerken decennialang standhield. Van deze latere productie is - in tegenstelling tot het vroeger gecomponeerde - heel wat bewaard, onder meer in de bibliotheek van de UGent en in kerkarchieven zoals dat van Sint-Baafs en Sint-Niklaas.

Appreciatie

Het moet gezegd dat het onderzoek naar deze manuscripten mij een heel authentiek talent openbaarde, dat van een vlot, trefzeker en vindingrijk componist. Twee kwaliteiten die me meteen verrasten waren zijn vertrouwdheid met de mogelijkheden van het orkest en, naarmate volledige werken in beeld kwamen (vaak met een duur van 30 minuten), de typisch dramatische dimensie die al zijn vocale werken typeert - daarmee samenhangend ook het vermogen om lange passages boeiend uit te werken. Dit dramatisch instinct (dat ons het verlies van zijn opera’s doet betreuren) is meteen een prima tegenwicht voor de beperkingen van het classicistisch idioom. Voeg daarbij briljante solo-aria’s en effectvol koorwerk, in een uitdrukkingspalet van sprankelende feestvreugde, over pastorale charme naar duistere en gekwelde stemmingen, waarin hij trouwens vaak van harmonische inventiviteit getuigt. Ook in de interpretatie van godsdienstige teksten is hij eerder uitzonderlijk voor zijn tijd: overal bewaart hij het perfecte evenwicht tussen dramatische benadering en religieuze beleving.

Verschillende musicologen opperden in de 19e en de 20e eeuw al de wenselijkheid van een grondig onderzoek naar deze figuur. Misschien wordt Verheyen wel dé verrassing van dit Haydnjaar?

Vrijdag 28 augustus, in de Sint-Baafskathedraal te Gent, weerklinkt voor het eerst sinds anderhalve eeuw opnieuw zijn muziek. Het voor de gelegenheid geformeerde koor en orkest De Restauratie (historische instrumenten – concertmeester: Paul Klinck), met solisten Hilde Coppé, Sophie da Costa Cabral, Inez Carsauw, Enrico Casari, Yu-Hsiang Hsieh brengt van Pieter Emmanuel Verheyen een selectie van vijf religieuze werken, opgespoord, uitgegeven en geleid door Guido De Bruyker:

Te Deum, Messe à grand orchestre(Kyrie&Gloria), Laudate Pueri, Miserere en Lux Aeterna (uittreksel uit het Requiem ter nagedachtenis aan Haydn).  Aansluitend volgt een cd-opname, waarvan de release wordt verwacht in november.

 

Guido De Bruyker

Gent, Sint-Baafskathedraal, vrijdag 28 augustus 2009, om 20.15 u.

Hilde Coppé - sopraan

Sophie da Costa Cabral - sopraan

Inez Carsauw - alt

Erico Casari - tenor

Yu-Hsiang Hsieh - bas

Koor en orkest De Restauratie (historische instrumenten) o.l.v. Guido De Bruyker

Kaarten: € 13 (kassa: € 15) & € 10 (stud., 60+) – 18 j.: gratis

www.uitbureau.be

tel. 09/233.77.88

Submit to FacebookSubmit to Google PlusSubmit to TwitterSubmit to LinkedIn