Advies en begeleiding bij muzikaal-erfgoedzorg

 

Een Brugse ondernemer wil opnieuw saxofoons onder de merknaam Adolphe Sax & Cie op de markt brengen.

Karel Goeghebeur wil de instrumenten op termijn ook in België produceren. De instrumenten brengen de klank van de authentieke negentiende-eeuwse saxofoons weer tot leven.

Goeghebeur raakte de voorbije jaren geïntrigeerd door de saxofoon en de geschiedenis van de geestelijke vader van het instrument, Adolphe Sax (1814-1894). Vanuit zijn ervaring als importeur van een Taiwanees saxofoonmerk besloot Goeghebeur, een voormalig begrafenisondernemer, zelf op zoek te gaan naar een bedrijf dat geïnteresseerd was om het ter ziele gegane merk 'Adolphe Sax & Cie' te doen herrijzen. Met succes, want de eerste saxofoons zijn een feit. Ze worden weliswaar nu nog in Taiwan en China geproduceerd, maar zijn gebaseerd op Sax’ originele ontwerpen, waaraan weliswaar enkele technische verbeteringen werden aangebracht. De instrumenten benaderen de authentieke klank van de negentiende-eeuwse saxofoons. De "nieuwe" merknaam werd inmiddels internationaal geregistreerd.

"Veel mensen schijnen te denken dat de saxofoon een Franse uitvinding is, zelfs Belgen. Het was dus tijd om iets recht te zetten", aldus Goeghebeur. Het uiteindelijke doel van de Brugse ondernemer is om binnen tien tot vijftien jaar weer in België saxofoons te maken.

Adolphe Sax patenteerde zijn instrument voor het eerst in 1846, hoewel hij toen al enkele jaren aan het experimenteren was met verbeteringen aan de basklarinet en de ophicleïde. Zijn eerste instrumenten (dwarsfluiten en een ivoren klarinet) presenteerde hij op een Brusselse tentoonstelling in 1830. In 1842 verhuisde hij van Brussel naar Parijs, waar hij steun kreeg van grote namen als Hector Berlioz, Giacchino Rossini, Fromental Halévy, Giacomo Meyerbeer en François-Joseph Fétis. Van zijn instrumenten hadden vooral de saxhoorns en de saxofoons succes. Deze waren in eerste instantie bedoeld als orkestinstrumenten en braken ook snel door in militaire bezettingen. Van 1858 tot 1871 werd de saxofoon ook als instrument onderwezen aan het Parijse conservatorium.

De opleiding saxofoon werd er pas opnieuw ingericht vanaf 1942: tegen die tijd had het instrument vooral in de jazz een vaste stek veroverd. Enkel Adolphes zoon Adolphe-Edward (1859-1945) zou dit nog meemaken. Zijn vader overleed in 1894, na een carrière gevuld met vele nieuwe instrumenten en uitvindingen, maar helaas ook door heel wat rechtszaken, waarbij concurrenten hem zijn patenten betwistten. Geen rozen zonder doornen.

Submit to FacebookSubmit to Google PlusSubmit to TwitterSubmit to LinkedIn

Een Brugse ondernemer wil opnieuw saxofoons onder de merknaam Adolphe Sax & Cie op de markt brengen.

Karel Goeghebeur wil de instrumenten op termijn ook in België produceren. De instrumenten brengen de klank van de authentieke negentiende-eeuwse saxofoons weer tot leven.

Goeghebeur raakte de voorbije jaren geïntrigeerd door de saxofoon en de geschiedenis van de geestelijke vader van het instrument, Adolphe Sax (1814-1894). Vanuit zijn ervaring als importeur van een Taiwanees saxofoonmerk besloot Goeghebeur, een voormalig begrafenisondernemer, zelf op zoek te gaan naar een bedrijf dat geïnteresseerd was om het ter ziele gegane merk 'Adolphe Sax & Cie' te doen herrijzen. Met succes, want de eerste saxofoons zijn een feit. Ze worden weliswaar nu nog in Taiwan en China geproduceerd, maar zijn gebaseerd op Sax’ originele ontwerpen, waaraan weliswaar enkele technische verbeteringen werden aangebracht. De instrumenten benaderen de authentieke klank van de negentiende-eeuwse saxofoons. De "nieuwe" merknaam werd inmiddels internationaal geregistreerd.

"Veel mensen schijnen te denken dat de saxofoon een Franse uitvinding is, zelfs Belgen. Het was dus tijd om iets recht te zetten", aldus Goeghebeur. Het uiteindelijke doel van de Brugse ondernemer is om binnen tien tot vijftien jaar weer in België saxofoons te maken.

Adolphe Sax patenteerde zijn instrument voor het eerst in 1846, hoewel hij toen al enkele jaren aan het experimenteren was met verbeteringen aan de basklarinet en de ophicleïde. Zijn eerste instrumenten (dwarsfluiten en een ivoren klarinet) presenteerde hij op een Brusselse tentoonstelling in 1830. In 1842 verhuisde hij van Brussel naar Parijs, waar hij steun kreeg van grote namen als Hector Berlioz, Giacchino Rossini, Fromental Halévy, Giacomo Meyerbeer en François-Joseph Fétis. Van zijn instrumenten hadden vooral de saxhoorns en de saxofoons succes. Deze waren in eerste instantie bedoeld als orkestinstrumenten en braken ook snel door in militaire bezettingen. Van 1858 tot 1871 werd de saxofoon ook als instrument onderwezen aan het Parijse conservatorium.

De opleiding saxofoon werd er pas opnieuw ingericht vanaf 1942: tegen die tijd had het instrument vooral in de jazz een vaste stek veroverd. Enkel Adolphes zoon Adolphe-Edward (1859-1945) zou dit nog meemaken. Zijn vader overleed in 1894, na een carrière gevuld met vele nieuwe instrumenten en uitvindingen, maar helaas ook door heel wat rechtszaken, waarbij concurrenten hem zijn patenten betwistten. Geen rozen zonder doornen.

Submit to FacebookSubmit to Google PlusSubmit to TwitterSubmit to LinkedIn